Versje uit 1937
Pietje's moeder schreef een briefje
Naar zijn oom en zijn matant,
Om te zeggen dat het Zondag
Kermis was in 't Hageland
Toen moest Pietje met de brieven,
Naar het postkantoor en 't geld
Voor de zegels had zijn moeder,
In zijn hand hem voorgeteld.
Pietje sloop het posthuis binnen,
Spiedde rond gelijk een musch
En daar gingen plots zijn brieven
Met een wipken in de bus.
Vliegensvlug liep hij weer buiten,
Holde blijgezind naar huis,
Waar hij haastig, buiten adem,
Binnen viel met veel gedruisch.
"Moeder!" riep hij opgetogen,
"'k Was die mannen veel te vlug!
Niemand heeft ze mij zien posten,
Hier hebt gij uw geld terug!"
Pietje's moeder schreef een briefje
Naar zijn oom en zijn matant,
Om te zeggen dat het Zondag
Kermis was in 't Hageland
Toen moest Pietje met de brieven,
Naar het postkantoor en 't geld
Voor de zegels had zijn moeder,
In zijn hand hem voorgeteld.
Pietje sloop het posthuis binnen,
Spiedde rond gelijk een musch
En daar gingen plots zijn brieven
Met een wipken in de bus.
Vliegensvlug liep hij weer buiten,
Holde blijgezind naar huis,
Waar hij haastig, buiten adem,
Binnen viel met veel gedruisch.
"Moeder!" riep hij opgetogen,
"'k Was die mannen veel te vlug!
Niemand heeft ze mij zien posten,
Hier hebt gij uw geld terug!"